Wat is ethiek?

De term ethiek hoor je niet vaak bij commissarissenvergaderingen of aan de directietafel. Zelf heb ik deze ervaring gehad, in de vele jaren van directievoering, interactie met toezichthouders en ook zelf als toezichthouder in onder meer het bankwezen en de zorg. In mijn zakelijke relatiekring komt ethiek op zichzelf als professionele uitdaging, niet of nauwelijks aan de orde. Dat wil niet automatisch zeggen dat er dus vaker of overwegend onethisch wordt gehandeld. Integendeel, ik heb vele oprechte, begane mensen ontmoet op beleidsbepalende posities.

 

De westerse bedrijfscultuur is overwegend gebaseerd op managementinformatie, rationele afwegingen en (financieel) bedrijfsbelang. Arbo, milieu en ouderschapsverlof zijn weliswaar inmiddels ‘ingedaald’, maar de term ethiek heeft nog steeds een hoog geitenwollen sokken imago en wordt gekoppeld aan kerkvaders en oude Grieken. Bij het besturen en de beleidsvorming staan economische en juridische wetmatigheden hoog op de agenda en dat moet ook. Zonder kan niet. Echter ethiek zie je daarin niet of nauwelijks terug. Ethiek kan echter een machtig hulpmiddel zijn bij het ‘juist’ besturen van organisaties. ‘Juist’ is een term die gemunt werd door Aristoteles, een filosoof die weer opnieuw bijzonder actueel is geworden.

 

Bij het op de agenda zetten van ethiek in een professionele omgeving, kun je een aantal vragen stellen, onder meer:

1.  Wat wordt ermee bedoeld?

2.  Wat heb je eraan?

3.  Hoe in praktische zin te implementeren?

 

Wat is ethiek?

Iedereen weet best wel wanneer hij ethisch handelt of als iets daar tegenover onethisch is. Je moet het goede of juiste doen voor de ander, de groep en de samenleving. De theorieën van de toonaangevende filosofen (Aristoteles, Kant, Rawls) kunnen populair samengevat worden met het aloude gezegde: ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt…..’. Een doorgeschoten altruïsme wordt door de meeste filosofen niet ondersteund. Er zijn mensen die zich volledig wegcijferen voor de ander. Dat is ook in ethische zin geen ‘juiste’ oplossing, zoals de Franse filosoof Levinas onderzocht heeft met de verpleging als voorbeeld.

 

Een maatgevoel bij ethisch handelen is dan ook essentieel. Dit is met name al vervat in de ethiek van Aristoteles: de ‘deugdethiek’, die het streven naar ‘juist’ handelen met een maatgevoel, als norm stelt. Voor dat maatgevoel geeft hij concrete voorbeelden, waaronder bijvoorbeeld vrijgevigheid. Te weinig vrijgevend is gierig en niet bewonderenswaardig. Te gul is roekeloos en daarmee ook niet bewonderenswaardig. Verder koppelt hij dat maatgevoel ook aan de eigen mogelijkheden en beperkingen.

 

 

Bert van den Bercken